In een rare broek rondjes sjokken…

Min of meer bij toeval stuitte ik op een boekbespreking die ik in 2009 voor het MCL-personeelsblad schreef, over het boek ‘Lichamelijke Oefening’ van Midas Dekkers. Dit boek is, sinds ik het in handen kreeg, veruit mijn favoriete sportboek. Ik herplaats deze boekbespreking dan ook met veel genoegen op mijn blog.


Het is alweer een tijdje geleden verschenen, het uiterst onderhoudende boek ‘Lichamelijke oefening’ van Midas Dekkers. Een wetenschappelijk onderbouwd pleidooi tegen sportverdwazing. Want, stelt Dekkers, van sporten word je niet gezonder en leef je niet langer. Ondanks aanmoediging tot sportbeoefening van overheid en werkgevers houdt Dekkers het hoofd koel. Hoogopgeleid zijn. Dát is bepalend voor een lang en gezond leven.

Heeft Dekkers gelijk? Tja, uit geheel onverwachte hoek kreeg Midas Dekkers steun. Hoogopgeleide mensen leven 6 tot 7 jaar langer dan laagopgeleide mensen. Het verschil in het aantal levensjaren waarin mensen de gezondheid als goed ervaren, bedraagt zelfs 16 tot 19 jaar volgens een persbericht van het CBS op 17 november 2008.

Als scholier al was Dekkers verbijsterd dat gymnastiek tot de verplichte vakken behoorde. Dat klinkt als muziek in de oren van degenen wier schooltijd werd verpest door de hel van de gymles: steevast als laatste in het team gekozen worden, hoongelach als je iets niet kon. Nee, sport haalt lang niet altijd het beste in de mens boven.

Sport is een vinding van de laatste anderhalve eeuw, stelt Dekkers. In een adem door maakt hij duidelijk hoe sport werd misbruikt door onder andere de meest verwerpelijke totalitaire regimes van de 20e eeuw. Sport is onmiskenbaar verbonden met oorlog. Sport is onnatuurlijk ook, vindt bioloog Dekkers. Dieren sporten niet. Van fitnesscentra moet hij maar weinig weten. Daar wordt vooral energie verspild aan allerhande rare apparaten die nergens toe dienen. Je kunt, volgens Dekkers, net zo goed een houtzagerij gebruiken voor meer lichaamsbeweging. Natuurlijk zonder motorische ondersteuning. Moet je eens kijken hoeveel calorieën je er doorheen jast.

Dat je ook plezier in sport kunt hebben wil er bij Dekkers niet echt in. Illustraties van grimmig kijkende sumoworstelaars en boksers die fikse klappen in hun gelaat krijgen ondersteunen dat denkbeeld. Het gaat immers om winnen. Sport bestaat bij de gratie van die éne winnaar, maar de vele duizenden verliezers, daar is geen aandacht voor.

De puffende en zwetende jogger in een fout pak, de wielrenner in een veel te kleurrijke uitmonstering, de fitnesser die op zijn loopband geen steek vooruit komt: ze krijgen ongenadig uit de zak. Marathons lopen is volstrekt tegennatuurlijk. Beoefenaren van duur- en krachtsporten worden moeiteloos ondergebracht onder de freaks. Sportblessures leiden tot veel ellende en hoge maatschappelijke kosten, maar daar hoor je bijna nooit iets over.

Is Dekkers een iezegrim? Nee- ‘Lichamelijke Oefening’ is gewoon een erg leuk boek. Dekkers’ mild cynische schrijfstijl, zijn honderden anekdotes en voorbeelden staan garant voor uren leesplezier. En voor de wetenschappers is er ook nog eens een flink bronnenapparaat, want bioloog Dekkers onderbouwt zijn verhaal voorbeeldig.

En natuurlijk is Midas Dekkers niet tegen bewegen. Gewoon, geregeld op de fiets naar je werk, af en toe een flinke wandeling, dat is mooi genoeg. Maar in een rare broek rondjes sjokken – nee, dat liever niet.

Share