Kabelbaan

Het principe achter de meeste kabelbanen is simpel. Er is een grondstation en van daaraf brengt een gondel je een heel stuk omhoog in een bergachtig landschap. Boven aangekomen geniet je van een fraai uitzicht, er is vaak iets van horeca en op veel plaatsen kun je vervolgens fijn naar beneden skiën, in het juiste seizoen natuurlijk.

Wij waren onlangs een weekje op Madeira en daar denkt men buiten de kaders. We troffen een kabelbaan die zich van dat soort conventies niets maar dan ook niets aantrekt. Dat maakt het een interessante ervaring.

Bij het dorpje Achadas Da Cruz gaat de kabelbaan niet bergopwaarts, maar juist naar beneden. Met een helling van meer dan 90 procent, over een diepte van zo’n 450 meter.

Direct na vertrek kijk je de afgrond in. Het is maar goed dat we niet echt geneigd zijn tot hoogtevrees. Beneden aan de kabelbaan zijn de akkertjes van de plaatselijke bevolking – meer een soort volkstuintjes. Dat blijkt ook de reden te zijn geweest voor de aanleg: via een rotspad doe je er twee uur over, de kabelbaan brengt dat terug tot vijf minuten. Beneden wacht je geen weids uitzicht, wel een prachtig gezicht op imposante rotswanden en de brandingkoppen van de Atlantische oceaan.

Dat is echt buiten je hokjes denken: met een kabelbaan naar je volkstuintje aan zee.

Ik zal verder niet al te veel uitweiden over Madeira. We hebben het erg naar ons zin gehad. Het is er mooi, je hebt veel mooie wandelpaden langs irrigatiekanaaltjes (zg. levadas) en ze maken er een gelijknamige versterkte wijn. Vóór de lezer begint over het bekende nummer van Ted de Braak: nee, wij vonden het drankje niet lekker.

Voor de foto’s: klik hier!

Share