Auteursarchief: Frits Mostert

Zuiderzeeballade

Het was de laatste dagen rustig op het blog, en dat kwam door Sanne. De papa en mama van onze kleindochter waren 10 dagen op vakantie en opa en oma boden volstrekt belangeloos ;-) aan om de kleine meid zo lang onderdak te bieden.

Ze is nu 22 maanden. Een bewerkelijke leeftijd. Maar wat hebben we genoten.

Je hoeft op zich niet eens zo veel te ondernemen met zo’n mini-mensje. Een tuin, een gieter, een zandbak, duploblokken en ander speelgoed (zoals wasknijpers) – daar heeft ze al meer dan genoeg aan. Dagelijkse dingen zijn voor een peuter al een heel avontuur.

Inkopen bij de Makro met Sanne – het is net een pretpark. Letterlijk een kind in een speelgoedwinkel. De groothandel had een plastic glijbaantje en een soort kunststof kinderauto in de aanbieding, en daar ging Sanne heerlijk mee spelen. De AGF-afdeling bood bakjes aardbeien aan. En had een hele bak klaarstaan zodat de clientèle het ooft zou kunnen proeven. Mocht iemand bij de Makro zich afvragen wie er zo onbeschaamd veel aardbeien uit die bak heeft gepikt… ik heb meer dan een vermoeden.

En verder – Sanne loopt en springt en danst, kletst de oren van je hoofd, maakt bewust grapjes en zorgt dat opa en oma zich geen moment vervelen. Liedjes zingen is net zo’n vast ritueel als voorlezen of het bad met een dozijn eendjes. Ze kent het hele peuterrepertoire en is niet te beroerd om iets bij te leren.

Nu volgt een kleine bekentenis. Als jonge vader meende ik dat het weinig uitmaakte wat je met je jonge kinderen zong –áls je maar zong. Dus ik zong net zo makkelijk de Zusters Karamazov, De Bruid (toch wel twijfelachtig, achteraf) of de Zuiderzeeballade met mijn kroost. Ze kenden dat soort nummers deels uit het hoofd. De papa van Sanne kende zelfs de Zuiderzeeballade zó goed, dat hij als kind van nog geen twee ooit desgevraagd de tekstregel “Zuiderzee heet nu…” correct aanvulde met “IJsselmeer”. De andere aanwezigen vielen haast om. Wát een bijzondere kennis bij zó’n klein kind! Het hoort tot de verhalen die nog generaties lang in onze familie zullen worden verteld.

Geen wonder dat ik had gedreigd dat zelfde kunststukje nog eens met Sanne te herhalen. Sanne’s papa verklaarde zich, lichtelijk tongue-in-cheek, mordicus tegen. Dat moet je juist tegen mij zeggen. Toen Sanne weer werd opgehaald kende ze dus de Zuiderzeeballade. En vulde op het moment suprême triomfantelijk aan: “…IJsselmeer!”. Mijn two seconds of glory.

Je kunt jonge kinderen van alles leren en van alles wijsmaken. Ze imiteren alles. Echt.

De Zuiderzeeballade is naar mijn idee tamelijk onschuldig. De kennis van deze Hollandse hit zal Sanne’s leven niet aanmerkelijk beïnvloeden, lijkt me. Maar peuters horen en begrijpen én herhalen dus bijna alles wat je maar kunt verzinnen.  Ook als ze zó jong zijn. Zonder enig onderscheid.

Daar zit een les in voor alle ouders en opvoeders. Denk goed na bij wat je je peuter leert.  Ze kennen zelf het onderscheid tussen zin en onzin nog niet. Een flinke verantwoordelijkheid rust op uw schouders!

Share

Berlijn

In één van de Bert-en-Erniecassettebandjes van Wim T. Schippers en Paul Haenen ruziën onze helden dat je niet iets kunt zien dat weg is. Als je Berlijn hebt bezocht kom je er achter dat daar een kern van waarheid in schuilt.

Tijdens ons korte weekje Berlijn werden we geconfronteerd met allemaal informatie over zaken die er niet meer zijn. De Muur is een schoolvoorbeeld. Er zijn nog een paar kleine stukjes over van de “antifaschistische Schutzwall” van de DDR. Op de Potzdamer platz staat nog een handvol muurelementen, afgewisseld met informatieve tableaus hoe de muur er tot 1989 ter plekke uitzag. Een acteur in DDR-uniform zet er op verzoek (en tegen betaling) een Oost-Duits stempel in je paspoort.
Een stukje Muur dat nog een béétje in de buurt komt van de situatie tijdens de Duitse tweedeling ligt aan de Bernauerstrasse. Het is het herdenkingsmonument. De Muur staat er, compleet met Sperrgebiet, wachttoren en meer. Maar de Muur, zo staat op de bordjes,  is enkele jaren na de sloop ter plekke opnieuw opgebouwd(!) Naast de reconstructie is het verloop van de muur over honderden meters aangegeven met een sculptuur van ijzeren staven. ‘U kijkt nu naar een muur die weg is.’
Het stadspaleis raakte, zoals heel Berlijn, zwaar beschadigd in WOII, en maakte plaats voor het Palast der Republik, dat op zijn beurt het veld moest ruimen voor natuurgetrouwe herbouw van het oorspronkelijke paleis. Een informatiecentrum vertelt je alles over de gebouwen die weg zijn en het gebouw dat komen gaat. Het bouwterrein is kaal.
Het zijn maar een paar voorbeelden. Berlijn probeert zijn turbulente verleden een plaats te geven. Veel in de oorlog verwoeste gebouwen zijn herbouwd of gerenoveerd, de Muur is weg, maar sommige recente geschiedenis is onaangetast. De Karl Marx-Allee draagt nog trots de naam van de schrijver van Das Kapital en ook zijn borstbeeld staat er in een plantsoentje. De uitstraling van de Allee is onvervalst oostblok.
Berlijn is te veel voor een paar dagen, dus een  deel hebben we laten liggen. Zoals het DDR-museum en het Stasi-museum. Volgens de toeristenfolders kun je ook daar kijken naar dingen die definitief weg zijn, maar wel het bewaren waard. Goed geregeld, lijkt me.

Voor meer foto’s klik hier.

Share

Willem de Zwijger

Het Rijksmuseum stelde op zijn Facebookpagina min of meer de vraag of de beroemde laatste woorden van Willem van Oranje eigenlijk wel kloppen…

Ik heb daar natuurlijk meteen (ook via Facebook) op gereageerd, in de vorm van een Ollekebolleke:

Wel potjandubbeltje!
Hier in het Princenhof
Schiet mij een snoodaard
Pardoes voor mijn taas!

Maar voor een Zwijger is
Allertoepasselijkst
Dat ik in stilte
De adem uitblaas!

Share

Overijssels Kanaal

Afgelopen zaterdag waren mijn wederhelft en ik in Overijssel. Een gezellig bezoek aan mijn moeder en haar partner, een lekkere lunch bij Boode in Bathmen, en toen hadden we nog wat tijd over.

Daar hadden we op geanticipeerd, de fietsen achterop de auto, en na afloop hadden we een tijdje om Boode’s calorieën eraf fietsen in de omgeving.

De omgeving van Deventer zag er uit zoals het hoort op een mooie zomerdag.Regionale weggetjes, en af en toe een zandpad met zo’n schelpenpaadje er langs, tussen de maisvelden en weilanden door.

Zo’n schelpenpaadje benadert het ultieme zomerse fietsgeluk. In Fryslân heb je ze helaas niet zo veel. Het klinkt zo lekker onder je banden. Zeker bij die dikkebandenfiets van mij. We kwamen zelfs nog langs zo’n échte uitspanning met een speeltuin met familieschommel en glijbaan naast het terras. Kortom, heerlijk.

Even ten westen  van het dorpje Heeten passeerden we een kanaal, met fietspad er langs. Het Overijssels Kanaal, stond er op een bordje. En als de schelpenpaadjes en de uitspanning al niet genoeg waren om te denken dat er in een halve eeuw weinig veranderd leek, het Overijssels Kanaal zette me weer even terug in de schoolbanken van de vierde klasse lagere school, bij Juffrouw Jansen.

Wij moesten dat namelijk kennen, het Overijssels Kanaal. Net als de andere belangrijke waterwegen van alle provincies, de grondsoorten, en wat er verbouwd werd. Ik heb het nog even nagezocht in mijn oude aardrijkskundeschrift. Ja hoor, het stond er echt. Overijsels Kanaal. Evenals de wetenschap dat het Kampereiland geschikt is als hooiland. De producten van kleigrond (STAP, suikerbieten, tarwe, aardappelen, peulvruchten) en zandgrond (HARK, haver, aardappelen, rogge, knollen). Of was dat nou van de dalgrond? Wij wisten het, als schoolkinderen. Zelfs Nieuw Buinen konden wij op de blinde kaart blindelings aanwijzen, en wisten dat daar glasindustrie te vinden was.

Ik vind het tot op de huidige dag verrassend om de topografische ballast die je op de lagere school hebt meegekregen vertaald te zien in daadwerkelijk landschap.

De persoonlijke kennismaking met het Overijssels Kanaal viel niet tegen. Bordjes met informatie over de bijzondere ecologie van het kanaal. Het was duidelijk dat het kanaal voor het scheepvaartverkeer geen enkel belang meer heeft. Het ligt verstild in het landschap, tussen hoge bomen, met een stil fietspad aan de ene en een stille weg aan de andere kant. Af en toe een ophaalbrug. Een boerderij bood courgettes aan, drie voor een euro, doe het geld maar in het jampotje. Zó’n kanaal en zó’n pad dus. En hoogzomer. Een prima combinatie. En dat vele kilometers lang.

Dát leerden wij allemaal niet, op de lagere school. We konden het kanaal vinden op de kaart. Mocht u in de buurt zijn- er loopt een prachtige knooppunt-fietsroute langs. Doen.

Eens even denken. Nieuw Buinen – ik weet feilloos waar het ligt, maar ik ben er nog nooit geweest. Hoe zou het daar zijn? En is die glasfabriek er nog?

Share

Zo leer je nog eens wat

Als halve nostalgist verzet ik me nog wel eens tegen nieuwe technologie. In marketingtermen ben ik zeker geen early adopter, maar eerder een laggard, met een mild verlangen naar de tijd van de stencilmachine. Maar die tijd komt, zoals de kaarten nu geschud zijn, toch niet meer terug. Er zijn mensen zoals juffrouw Jo die daar anders over denken. Maar juffrouw Jo gaat wel heel ver.

Maar goed, zo’n moderne smartphone, ik zag het nut er niet direct van in. Ik hád immers al een PC en die deed (en doet) dat ik er van verlang. Tót mijn werkgever vond dat er een pilot moest komen om te testen hoe het bevalt om per smartphone overal ter wereld je werkmail en –agenda en zo te kunnen lezen. Een pilotgroep van enkele tientallen medewerkers doet mee, en ik ben één van de gelukkigen. Ik ben sinds vorige week van bedrijfswege voor vermoedelijk een half jaar voorzien van een Samsung Galaxy S.

Ik hou er niet van om het publiekelijk toe te geven, maar echt, zo’n smartphone is eigenlijk best leuk. En handig. En omdat ongeveer de helft van alle mobieletelefoongebruikers al zo’n ding schijnt te bezitten werd het inderdaad tijd voor een kennismaking mijnerzijds. Mopperend dat er nergens een aansluiting zit voor de cassettebandjes met Basic-programma’s, maar intussen kun je vaststellen dat er bij de beschikbare apps veel leuks zit en dat het een ra-zend-knap apparaatje is.

Nu ja, en dat heeft er dan weer toe geleid dat ik van deze site onmiddellijk ook een mobiele versie heb gemaakt. Met WPtouch. Het was even knutselen, maar het lijkt te werken.

Een dubbeltje kan raar rollen. Als ik niet oppas ga ik er echt plezier in krijgen, die smartphone.

Share

Pinksteren, achtertuin

Pinksteren, achtertuin
Tuinstoel, boek, zonnetje
Welhaast idyllisch maar
Fijn? Toch niet zo…

Want het lawaai van de
Motorelfstedentocht
Krijg je in onze buurt
Zomaar cadeau!

Ik kon het niet laten, motorelfstedentocht is immers een perfecte dubbele dactylus.Ehh, hee!

Gut, wat toevallig zeg!
Denk ik daar nu pas aan!
En ze bestaan vandaag
liefst honderd jaar!

Ja, ik bedoel hier de
Rijwielelfstedentocht
(Tja, een plezierdicht is
dan zómaar klaar…)

Share

Op de glijbaan

Ik ben vandaag, voor het eerst sinds tientallen jaren, weer eens van de glijbaan af geweest. Een klein glijbaantje in een buurtspeeltuintje in onze wijk.

Dat kwam door Sanne.

Sanne is onze kleindochter, nu ruim anderhalf jaar oud. Ze logeert dit weekeinde bij opa en oma en dat is feest voor alle drie.

We hebben een aantal vaste rituelen. Waaronder voorlezen uit het meeslepende epos “Piep de muis”, Sanne op de schommel, met oma naar het park, in bad met alle badeendjes, hoge torens bouwen van duploblokken, liedjes zingen. (Nieuw: Elsje Fiederelsje). Spelen met de ‘baby’, een slaappop die doorgaans in een ouderwets gevlochten speelgoed-kinderwagentje bivakkeert. We zijn er nog niet uit wie het meest geniet van al deze kindervermakelijkheden.

Sinds kort is Sanne er achter dat er een glijbaantje in onze buurt is. En dat is ongeveer het mooiste dat bestaat. Dus opa en kleindochter erop af. Grote opa, kleine Sanne, handje in hand, een wandeling van nog geen 200 meter waar je minstens tien minuten over doet. Want Sanne ziet alles. Een duif die ‘roekoe’ roept, een poes, een auto. En tenslotte komt de ‘shlijbaan’, want ze kan de ‘g’ nog niet zo goed uitspreken.

Ze kan het helemaal zelf, klimt de trap op, roept boven juichend ‘boven!’, gaat op de glijbaan zitten, roept ‘een, twee’ en roetsjt naar beneden. Dan volgt een vraag die geen enkele opa of oma kan weerstaan: ‘nogkeer?’ en dan herhaalt het hele ritueel zich.

Imitatiegedrag hoort er bij op deze leeftijd, maar Sanne gaat een stapje verder. Dus oma bouwde een duploblokkentoren. En bij de glijbaan kreeg opa te horen: ‘opa ook?’, met een lief klein stemmetje. En wat doe je dan, als opa? Precies. Sanne vond het prachtig. En opa dus ook.

Het is genieten. Ze ontwikkelt zich in een razend tempo. Zinnetjes van twee woorden, maar we hoorden er ook een van vier hele woorden: “Ik wil blokken blouwen’. Ze kan de blauwe Duploblokjes onderscheiden van de rode, gele etc. en ze weet wat bouwen is. Onderscheid tussen blauw en bouw leert ze later nog wel eens.

Nee, geen blog met diepe bespiegelingen of zo. Opa en oma zijn vooral trots.

 

Share

Voetbal en invalide bierflesjes

Het dreigt weer een zware zomer te worden.

De Tour de France, de Olympische Spelen, en vooral het EK voetbal.

Dat die evenementen op tv worden uitgezonden, doorgaans ten koste van zendtijd die beter gebruikt had kunnen worden – het zij zo. Je hóeft immers niet naar die programma’s te kijken en van die mogelijkheid maak ik graag gebruik. Twintig man, verdeeld over twee teams, die achter een bal aan hollen is een schouwspel dat snel verveelt. Stel dat men bij zo’n wedstrijd in plaats van de live-verbinding een opgenomen wedstrijd van járen eerder uitzendt – ik geloof niet dat iemand het verschil zou opmerken. Ik in elk geval niet. Ik heb er ook geen verstand van, dat geef ik grif toe.

Wat je niet kunt uitschakelen is alles er om heen. De uitzinnig oranjeversierde straten tot steun aan ‘onze jongens’. Alsof deze lieden, die per persoon meermalen de comfortabele balkenendenorm verdienen, niet aan het voetballen zijn, maar ergens in een kille loopgraaf hun leven in de waagschaal stellen voor de verdediging van onze vaderlandse eer. Het bedrijven van voetballerij is niet helemaal zonder risico, maar de ordetroepen die veelvuldig moeten worden ingezet om uitzinnige voetbalsupporters uit elkaar te houden, lopen heel wat meer gevaar. En verdienen heel wat minder.

Ook echt erg: de oranje parafernalia van de detailhandel.

We hebben de eerste exemplaren vandaag binnen, van de Makro.

Makroshirtsz, hetgeen mij een spelfout lijkt.

Kunststof hoesjes in de vorm van een geinig voetbalshirtje waarmee je je biertje koel kunt houden. “Scoor ze alle 11,”,jubelt de verpakking, die je volgens de kleine lettertjes ook nog moet bewaren. Ja, de verpakking bewaren, echt.

We kregen drie shirtsz, alle drie met opdruk nummer 5. Ik heb de indruk dat de shirtsz onderling alleen verschillen door het volgnummer. Net als bankbiljetten. Al zul je niet gauw drie biljetten met hetzelfde nummer aantreffen.

Een flesje koel bier krijgt met het shirt ineens een uiterst betreurenswaardige aanblik. De twee lege mouwtjes suggereren dat er iets is geamputeerd. Zo’n invalide biertje smaakt ineens een stuk minder lekker.

Nee, ik ga niet mopperen over de 8 gram die de shirtsz per stuk wegen, en ik maak geen optelsom van de tonnen kunststof die met de hele actie gemoeid zijn.

Ik wacht slechts met angst en beven op de andere oranjetroep die supermarkten, benzinemaatschappijen, bierbrouwers  etc. over de samenleving gaan uitstorten. Misschien dat een collega me nog zal wijzen op de Bavariajurkjes, een kledingstuk dat hij als positief uitvloeisel van de voetbalgekte ervaart.

Nou, doe mij van de zomer maar een oranje Kliko. Daar kan al het spul mooi in.

Share

De teloorgang van de faxmachine en de babbeltruc

Ik heb zo gauw geen gegevens bij de hand, maar de conclusie dat de aloude faxmachine op z’n retour is lijkt me gerechtvaardigd. Evenals de typemachine en het stencilapparaat aan het eind van z’n levenscyclus gekomen en langzaam maar zeker op weg naar de geschiedenisboekjes.

Het bedrijfsleven in Nederland zal er vermoedelijk geen traan om laten. Uitgezonderd wellicht faxfabrikanten. En acquisitiefraudeurs. De fax bood namelijk een snelle mogelijkheid om mensen op het verkeerde been te zetten.

Weet u niet wat acquisitiefraude is? Nou, kijk eens op deze site, van het fraudemeldpunt.

Wat malafide bedrijven verzinnen om je op het verkeerde been te zetten is ongelooflijk. Veel gebruikt: het misleidende telefoongesprek. Dat gaat in essentie  zo:

***gids: Eh ja goedemiddag, u spreekt met mevrouw [naam] van de ***gids.
Ik: Goeiedag
***gids: Meneer ik mocht u wel aanspreken voor de PR-zaken?
Ik:Ja dat mag.
***gids: Wij zijn weer bezig met het samenstellen van de ***gids en nemen periodiek contact op met het bedrijfsleven en andere instellingen van de gemeente.
Ik: Ja
***gids:De vorige editie wilde u nog niet uitgebreid adverteren in verband met het beleid en het budget; om die reden werd gekozen voor de standaardvermelding. Nu is mijn vraag aan u of uitgebreid adverteren inmiddels toch een optie is geworden of dat de standaardvermelding voor u voldoende is.

Het gaat hier in feite om een klassieke babbeltruc. Mijn werkgever heeft namelijk nooit iets met de ***gids gedaan. De naam van de ***gids verschilt maar weinig van de naam van een gerenommeerd naslagwerk, al of niet op internet. De gidsmevrouw suggereert met haar verhaal dat we er al eerder met een standaardvermelding op stonden. Dus je bent gauw geneigd de advertentie af te wijzen en in te stemmen met de standaardvermelding. Voor gegevenscontrole stuurt de ***gids nog even keurig netjes een fax. In die fax staat, met heel grote letters, de bedrijfsgegevens, keurig, en met heel kleine lettertjes, dat we een contract aangaan. Voor bijvoorbeeld 90 euro. Er staat ook ergens dat dat “p. mnd” is en de looptijd “36 mnd”. Bij elkaar dus € 3.240. Wie tekent heeft het risico voor de volle mep het schip in te gaan. Hogere bedragen komen ook voor. Met de telefonische babbeltruc wordt de aandacht afgeleid van het feit dat je een nieuw contract afsluit. Je denkt dat je je gegevens controleert, meer niet. Zo werkt dat dus, telefonische acquisitiefraude.  Een fax is snel binnen, snel getekend, snel teruggestuurd. En een fax-handtekening is rechtsgeldig.

Alleen heeft bijna niemand meer een fax.

Dat zal acquisitiefraudeurs niet meevallen.

Ze verzinnen nu nieuwe dingen. Nabellen met een controlegesprek, waarin de klant telefonisch bevestigt dat die niet uitgebreid wil adverteren maar bijna ongemerkt akkoord gaat met de standaardvermelding. De standaardvermelding die hij eerder helemaal niet had, en die verre van goedkoop is. Bevestigingen over de mail, die fluks per post terugmoeten. Ze moeten zich in bochten wringen om die handtekeningen terug te krijgen.

Bestond de fax nog maar, hoor je ze bijna denken.

Je zou haast medelijden krijgen met deze acquisitiebedrijven. Maar niet heus. Ik krijg gemiddeld eens in de twee weken een spooknota of een misleidend telefoongesprek, zoals hierboven. Soms vaker. Ze blijven het proberen. Wie er in tuint is veel geld kwijt voor een volstrekt waardeloze tegenprestatie.

Iets anders. Ons kabinet staat sinds het mislukken van het Catshuisoverleg in een patstelling waar het vermoedelijk niet meer heelhuids uit zal komen. Wie mij een beetje kent weet dat ik daar niet echt verdrietig van word.

Regeringspartij CDA kwam onlangs met een voorstel over strafbaarstelling van acquisitiefraude, waar ik het volstrekt mee eens ben. Hopelijk verdwijnt dát met de veranderende politieke situatie niet in de prullenbak.

(Oh ja, dames en heren acquisitiefraudeurs, misschien leest u dit stukje ook. Leuk om u op mijn website te treffen! Hierboven is een (bijna) letterlijke transcriptie van een écht acquisitiegesprek, van een bedrijf uit de provincie Groningen. Ik doe altijd mijn best die gesprekken op te nemen. De namen zijn hier onherkenbaar gemaakt, anders krijg ik misschien last met u wegens ‘smaad’ –of zoiets. U hoeft bij mij in ieder geval nooit aan te komen met het verhaal dat de acquisiteur buiten zijn boekje is gegaan of het zo niet gezegd heeft.)

Share